Zoals bij veel andere sporten, kent wielrennen ook prijzengeld. Laat ik meteen beginnen te zeggen dat de wielrenners erg hard moeten werken voor relatief weinig geld, vooral als je het vergelijkt met de miljoenen die bijvoorbeeld voetballers en tennissers binnen harken met het winnen van een toernooi, of zelfs al met deelname.
De grote wielerrondes ken je vast wel, de Tour de France, Vuelta (Spanje) en Giro d'Italia. Kijk je zelf niet heb je vast een man/vriend, (schoon)vader of opa die elke zomer fanatiek dagelijks kijkt hoe de renners kilometers asfalt verslinden. Dat het een zware sport is blijkt misschien wel uit het feit dat er nergens zoveel dopingschandalen zijn als in de wielersport. Zelfs van renners waar je het misschien niet zou verwachten (ik viel echt om van verbazing toen ook Lance Armstrong zich schuldig gemaakt bleek te hebben aan wat extra hulp), en het stopt niet bij enkel doping. Ook verhalen over verborgen motortjes en andere zaken om de fiets sneller te maken, steken zo nu en dan de kop op.
Misschien is de sport dan ook wel te zwaar. En laten we eerlijk zijn, verdienen de renners te weinig voor die inspanning. Bij de Tour de France 2018 worden 3351 kilometers weggereden in een periode van 3 weken en 2 dagen. Daarin zitten twee rustdagen, al is een daarvan eerder en reisdag om van Roubaix in Annecy te komen, en voor de laatste etappe in Parijs moet er ook nog behoorlijk gereisd worden. De gemiddeld dagetappe is tussen de 150 en 200 kilometer per dag en het parcours is verre van vlak. De conclusie kan dus niet anders zijn dan dat het een vermoeiende aangelegenheid is, en dat is ook te zien als de renners aankomen op de Champs Élysées.
Als je bovenstaande leest verwacht je misschien dat de winnaar minimaal een miljoen mag bijschrijven. Vooral als je weet dat de winnaar ook een deel weer afstaat aan zijn ploeg (die zich normaal gesproken opofferen voor de kopman), materiaal en begeleiding. Het zou bijna niet meer dan eerlijk zijn na 3 weken vrijwel dagelijks buffelen. Vergelijk het met bijvoorbeeld Wimbledon, waarbij de winnaar in een periode van 13 dagen 7 wedstrijden heeft gespeeld. Deze wedstrijden kunnen enkele uren duren, maar zijn soms ook al snel beslecht. En de winnaar strijkt 2,25 miljoen Pond op.
Bij wielrennen gaat die vlieger dus niet op. De winnaar van de Tour de France 2018 krijgt € 500.000. Totaal is er ‘maar' 2,3 miljoen te verdelen. De winnaar zal wellicht wat meer krijgen, omdat elke etappezegen een paar duizend Euro waard is, net als het rijden in een bepaalde trui (zoals geel of bolletjes). Ook zijn er met elke rit punten te verdienen, en in dat klassement wordt ook nog wat geld verdeeld. Dus het totaal voor de winnaar zal wel iets hoger liggen dan € 500.000 maar een miljoen is gewoonweg niet haalbaar. En de renner kan het dus niet allemaal zelf houden.
Meedoen en het goed doen in een grote wielerronde kan er wel voor zorgen dat je als renner wordt uitgenodigd voor een criterium. Dit is een symbolische tour, meestal een soort rondje om de kerk waar het publiek zijn favorieten kan zien. Zo'n criterium kan maar zo een halve ton opleveren voor de deelnemer. En dat voor een rit van zo'n 80 kilometer (bijvoorbeeld het criterium van Boxmeer), een peulenschil voor de ervaren renner.
Dumoulin deed er vorig jaar zes, naar verluid voor €40.000 per keer, en streek daarmee dus €240.000 op. Dat is makkelijk verdiend vergeleken met een tour of giro.
Chris Froome tekende in 2017, net voor de Tour, een nieuw contract met Team Sky, dat steenrijk is. Het contract levert hem een jaarsalaris van 4 miljoen Euro op. Het prijzengeld en zelfs de criteria zijn voor hem dus een soort van fooi…Toch verdient niet iedereen zo veel. Veel wielrenners moesten er bij werken om het te kunnen bekostigen, totdat het minimumloon van een profrenner op € 37.000 werd vastgesteld. Hiermee kunnen ze in ieder geval hun droom een kans geven en er fulltime voor gaan. Maar hiermee is de wielerwereld wellicht ook meteen de meest oneerlijke sport onderling als het gaat om verdiensten.
Zoals je van ons gewend bent, delen wij hier alle ins en outs over geld met je. Dus ook het prijzengeld in het wielrennen laten wij niet aan ons voorbij gaan. En wij duiken graag in de salarissen van de toppers, met of zonder doping.