‘Finale’ – Vrouw in het casino
Dit betreft het laatste deel in deze serie van Solidago. We danken haar voor de mooie stukken waar ze ons mee heeft verwend!
Deze stukken waren een ‘mengeling' van fictie en non-fictie en Solidago is voornemens om dit te vervolgen in boek-vorm.
Vrijpostig om haar heen kijkend of de buren haar wel niet zagen, stond ze daar voor me, in de deuropening. Mijn mond viel letterlijk en figuurlijk open van verbazing.
Ik wist niet waar ik moest kijken en probeerde mijn blik van haar borsten af te wenden. Dit lukte gewoon niet. Haar doorzichtige ochtendjas had ze niet dichtgeknoopt, zodoende had ik het volle zicht op haar lichaam, gehuld in een witte hipster en witte push up bh. Deze bedekte nog maar net haar tepels en drukten haar borsten naar boven en strak tegen elkaar. Het kanten randje, wat de volheid van haar borsten accentueerde, trof ik ook weer aan bij haar slipje. Daar vormde het de grens, tussen haar lichtelijk bollende onderbuikje en een vrouw haar grootste schat. Een schat die een vrouw koestert en verborgen houdt voor de buitenwereld. Een schat die zij bewaart in een afgesloten kistje. De sleutel van dat kistje bewaart zij in haar ziel.
Op bezoek
“Wat kijk je nou verschrikt meis”, zei ze lachend. “Kom snel binnen. Ik gun de pottekijkers hier niet al te veel”.
Met haar netjes gemanicuurde rechterhand pakte ze me bij mijn bovenarm en trok me zowat naar binnen. Alsof ik nog niet genoeg aan Liesbeth te bekijken had, trof ik een prachtige ouderwetse hal aan. De zon scheen door een prachtige glas-in-lood partij op de trap. De uit hout gesneden spijlen zetten de zonnestralen om in paarse en gele vlammetjes.
Mijn ogen zochten naar het plafond en ja hoor, een paar meter hoger, zag ik die. Versierd met een rozet en lijsten waar in de hoeken de rozet in het klein toegepast was.
Ik waande me weer terug in mijn jeugdjaren. De traploper leek veel op de loper die wij vroeger thuis hadden. Vooral de diep donkerblauwe gedeelten van het patroon maakte me even warm van binnen.
Helaas gaf Liesbeth mij niet de kans om de vestibule aandachtiger te bekijken. Voor haar was het gesneden koek. In een later stadium zou ik erachter komen dat ze helemaal niets om oude spullen en sferen van vroeger gaf. Volgens mij zou ze ook in een nieuwbouwwijk prima kunnen aarden.
Een drankje doen, sterke drank?
“Eerst even wat drinken, voordat we naar boven gaan, ok?”, vroeg ze. Ik vond alles best. Ik was overdonderd. De eerste deur in de hal, leidde naar de voorkamer. Deze was, door middel van en suite deuren, gescheiden van de achterkamer.
Ze liep op haar blote voeten naar een soort trolleywagentje op wieltjes. Bovenop stonden een aantal geopende flessen uitgestald. Het viel me op dat het enige glas, wat ook bovenop stond, al gebruikt was. Op de bodem glinsterde een goudgeel restje. De glasrand vertoonde de afdruk van een onderlip. De onderlip van Liesbeth. Het was haar lippenstift. Vettig rood met met kleine adertjes die als een vingerafdruk het prachtige glas ontsierden.
“Jij ook een whisky Soli?”, vroeg ze, terwijl ze uit een naast het barretje gelegen vitrinekast een glas pakte. Ik keek naar haar rechterhand, die met prachtige rood gelakte nagels, een whiskyglas pakten. Nu weet ik dat het een whiskyglas was, toen nog niet. Ik wist niets van sterke drank. Ik wist niet dat er whisky en whiskey bestond. Ik wist niet dat er flessen van honderden euro's bestonden. Het enige wat ik op dat moment wist, was dat Liesbeth mijn naam afkortte. Soli klonk amicaal, alsof we elkaar al lange tijd kenden.
Onbewust voelde ik dat mijn ja of nee verstrekkende gevolgen zou hebben. Als ik ook een whisky zou nemen, zou mijn leven gaan veranderen. Dat wist ik zeker.
Ik raakte bijna in paniek. Ik moest reageren. Ik had de neiging om te zeggen dat ik liever een glaasje Spa wilde. Ik zou die snel opdrinken en zeggen dat ik liever geen kleding van haar wilde lenen. Dat ik erover nagedacht had en er niet zoveel zin in had. Dat ik het érg lief aangeboden van haar vond, maar dat ik het te druk met andere dingen had. Als ze zou vragen waarmee dan, zou ik iets zeggen in de trant van een boek schrijven, of zo.
Maar als ik een glaasje Spa zou vragen, zou er niets in mijn leven veranderen. Zou ik geen echte vriendschap met Liesbeth op kunnen bouwen. Wat zou ik dan allemaal gaan missen?
Ik keek naar beneden. Naar mijn voeten. Mijn teennagels waren niet gelakt. Ik vergeleek ze met die van Liesbeth. Zelfs haar teennagels waren uiterst goed verzorgd. Mooi gepedicuurd en roze gelakt, zodat haar voeten nóg bruiner leken.
Wat was ik nou allemaal aan het doen? Ik moest nú ja graag, of nee dank je zeggen.