High rollers, the inside story part 2
In de 80-er jaren zat er enorme groei in de casino-bezoeken. Na de kinderziekten van de eerste jaren en de fraude waar we mee te maken kregen kwamen de casino’s toch weer in kalmer vaarwater; zelfs écht grote spelers bezochten onze casino’s vanuit het buitenland. Maar er waren ook grote spelers in Nederland. Na de opening van casino Rotterdam in 1985 en Amsterdam in 1986 trokken steeds meer ‘High Rollers’ naar deze nieuwe vestigingen.
Hierbij van de bevindingen van een zaalchef die in deze periode werkte in Scheveningen:
“In het buitenland en vooral de casino's die eigendom zijn van een private persoon bepaalt het huis het maximum. Als je daar een miljoen op een nummer wilt plaatsen, kun je dat aanvragen. Londen is daarom altijd het mekka geweest van de Arabische gokkers die met hun oliedollars in privézalen zonder publiek hun verveling weggokten. Want het maakte die prinsen natuurlijk niet uit of ze nu wonnen of verloren, want aan geld ontbrak het hun nooit. En ook de royal treatment is geen nieuws voor ze, die kregen ze al overal.
In overleg met mijn directe baas, de casinomanager had ik een plan ontwikkeld om de grote mannen weer in Scheveningen te krijgen. Het fluistercircuit moest de rest doen, want het is net als vliegen op stroop. Als een vlieg weet dat er wat te halen valt, komt de rest vanzelf. De verhoging van het minimum met daarbij de toename in maximum inzet werd ingezet op de tafels met een minimum inzet van 20, maar en dat werd de derde verandering, de speler bepaalde aan welke tafel hij met dit maximum wilde spelen. Dit was nieuw en vergde focus van het personeel aan de speeltafels.
Tegelijk met de verhoging van het maximum aan de roulette werden ook de minima en maxima aan de Black Jack verhoogd. Een hoger minimum was in die zin risicovol dat je onbespeelde tafels in je exploitatie kon krijgen. De tafel werd door de gokkers als het ware geïsoleerd, omdat niemand bereid was dit minimum te spelen. Vanuit het principe dat je altijd terug kon in minimum, maar moeilijk omhoog op een speeldag, leek dit gevaar overzichtelijk en beheersbaar.
Met zo'n verandering moet je ook een beetje geluk hebben en dat hadden we. Op de eerste dag van de nieuwe minima en maxima kwamen wat oude bekenden uit de Haagse onderwereld op bezoek. Zo ook Haagse Johnnie, een klein corpulent kereltje met een snorretje en half schouderlang haar, de zogenaamde Haagse mat. John was gevaarlijk voor een casino. Hij had voldoende geld en speelde kort maar hevig. In de middag kreeg hij de mededeling dat we de maxima hadden verhoogd en dat hij overal nu 1.000 kon spelen op een nummer als hij dit wilde. Hij nam de informatie in zich op, maar deed er vooralsnog niets mee.
Op de eerste dag van de verandering wilde ik de avonddienst draaien, want de kans op high rollers is in de avond groter dan ‘s-middags. Rond negen uur in de avond kreeg ik hem voor het eerst in mijn vizier. Zijn gezicht kwam me niet bekend voor. Het was een grote vijftiger met een dikke sigaar in zijn mond. Hij had een boers gezicht, blond krullend haar en handen als kolenschoppen. In zijn kielzog liep een bevallige blonde dame van ongeveer dezelfde leeftijd, ik nam aan dat het zijn vrouw was en een wat jongere donkerharige kerel die schichtig om zich heen keek. Het bleek zo hoorde ik later een van zijn zakenpartners te zijn.
Zijn Rotterdamse tongval was duidelijk hoorbaar. Ik gaf opdracht om zijn naam te achterhalen en terwijl de dames van de receptie dit terugzochten in hun systeem, lette ik op zijn bewegingen. Hij liep naar een Amerikaanse roulette en wisselde een briefje van 1.000 en vroeg om waardechips van 100. Met de stukjes in zijn hand speelde hij wat, zoals veel gokkers doen. Hij liet de stukjes van onder naar boven in zijn hand glijden. Dat voelt goed en geeft vertrouwen. Andere spelers zitten de hele tijd met stukjes te spelen aan de tafel, sommigen zijn hier heel bedreven in en lijken op goochelaars.
Hij niet, daar had hij de flair niet voor. Hij zag er uit als een dommekracht. Later begreep ik dat hij ooit als portier van een nachtclub was begonnen. Daar keek ik ook niet van op. Deze man kon je met een goedgerichte klap bewusteloos krijgen. Inmiddels had ik op mijn zaktelefoon een melding van de receptie gekregen dat ze de naam van de gokker hadden achterhaald. Zijn naam schreef ik op in ons logboek en er ging verder geen belletje bij me rinkelen. Zijn voornaam was Cock, zoals de inspecteur van politie uit Amsterdam die jarenlang en met veel succes door Piet Römer werd vertolkt.
Wordt vervolgd