We schrijven 25 juli 2025. De zon schijnt in Blauwestad, maar in mijn hoofd zit ik alweer in Las Vegas. Niet gek, want elke Onetimer weet: één keer per jaar moet je de woestijn in voor je dosis casino’s, shows, gekte en geluk. En deze keer is er iets bijzonders aan de hand: de dollar is ineens spotgoedkoop geworden voor ons Europeanen.
Ik neem je even mee terug naar 2022. We waren met een grote groep van maar liefst 40 Onetimers naar Las Vegas vertrokken. Vol enthousiasme, koffers vol dromen, en jawel… euro’s die we moesten omwisselen voor dure dollars. De koers toen? 0.85 dollar voor 1 euro. Ouch. Dat betekende dat je voor iedere euro slechts 85 cent kreeg in dollars. Amerika voelde toen aan als een vijfsterrenrestaurant waar je met je boodschappenbudget binnenliep.
Bij de Pot Exchange in Amsterdam stonden we in de rij. Dollars inslaan. Of je ging pinnen op de Strip, of gebruikte je creditcard. Hoe dan ook: alles voelde duur. Héél duur. En dan moest je nog beginnen aan je eerste mimosa bij het Bellagio.
Vandaag de dag is alles anders. De dollar staat op 1.17 voor de euro. Dat betekent: voor elke euro krijg je ineens $1.17 in je handen gedrukt. Tel uit je winst: Amerika is bijna een derde goedkoper geworden ten opzichte van onze trip in 2022.
Hotelkamer van $300? Die kost je omgerekend zo’n €256 in plaats van €353 een paar jaar geleden. Een dikke T-bone steak van $80? Nu €68 in plaats van €94. En je denkt misschien: ach, het zijn maar tientjes. Maar een Vegas-weekje met shows, shoppen, eten en wat gekloot in de casino’s? Dat scheelt al snel honderden euro’s.
De grote vraag: moet je nu al dollars kopen als je straks weer die kant op wil? Voor de planner onder ons: ja, dat kan heel slim zijn. Koersen bewegen als een dobbelsteen in de lucht – je weet nooit waar hij landt. Amerika zit in een grillige fase. Handelsoorlogen, verkiezingen, politieke instabiliteit… allemaal ingrediënten voor een zwakkere dollar.
En voor wie het nog niet wist: een zwakke dollar = dikke korting voor Europeanen.
Maar wacht even. Want voor je nu euforisch je hele vakantiebudget in dollars gaat omwisselen: Las Vegas is ook duurder geworden. Inflatie slaat daar net zo hard toe als hier. Hotelkamers, eten, parkeren – alles kost meer. En dan heb je nog die eeuwige resort fees, verplichte fooien, belastingen en parkeerkosten die je ineens pas bij het afrekenen ziet.
Vegas voelt tegenwoordig soms meer als een boekhoudkundige uitdaging dan een vakantie. Gelukkig: als je de stad een beetje kent, kun je nog steeds goedkoop boeken en mooie deals scoren. Maar je moet wel weten waar je moet zijn. Dat laten we uiteraard aan de doorgewinterde Onetimers over.
Er is één ‘nadeel’ (tussen aanhalingstekens): win je in Vegas een smak geld, dan is het in euro’s ineens minder waard. Een jackpot van $10.000 was bij een koers van 0.85 ineens €11.764 waard. Nu nog ‘maar’ €8.547. Maar hé, dat is nou typisch wat je noemt een luxeprobleem.
De dollar staat nu gunstig. Heel gunstig zelfs. Voor wie plannen maakt voor een trip naar Amerika, en zeker voor onze volgende Onetime Vegas-reis: nu dollars kopen is zo gek nog niet. Je haalt er direct rendement uit. Gewoon op je vakantie. En dat is misschien wel het mooiste rendement van allemaal: meer genieten, minder betalen.
Dus ja, we houden de koers in de gaten. Maar we houden nog meer van Vegas. En of het nu 0.85 of 1.17 is: wat daar gebeurt, blijft nog altijd het mooiste avontuur van het jaar.