Soms zijn er sportwedstrijden die in je geheugen gegrift blijven. Voor mij was dat de legendarische Wimbledon-finale van 1980: Björn Borg tegen John McEnroe. Een titanenduel dat de tenniswereld op zijn grondvesten deed schudden.
Vijf sets lang werd het publiek getrakteerd op briljant tennis, zenuwslopende rally’s en het legendarische tiebreak in de vierde set, waarin McEnroe 18-16 wist te winnen. Uiteindelijk trok Borg na een slijtageslag van meer dan vier uur aan het langste eind. Een klassieker der klassiekers.
Een jaar later, in 1981, volgde de revanche. McEnroe versloeg Borg in de Wimbledon-finale en bewees dat zijn ontembare talent en zijn vaak explosieve karakter een gouden combinatie konden zijn. Voor mij persoonlijk is McEnroe altijd de held gebleven. Een man die de gevestigde orde uitdaagde, die vloekte, tierde, maar bovenal de bal sloeg alsof hij door de tennisgoden was aangeraakt.
Mijn liefde voor tennis begon echter veel dichter bij huis. Mijn vader was baancommissaris op de tennisclub ’t Melkhuisje in Hilversum. In de jaren ’70 en ’80 werd daar het Dutch Open gespeeld, een toernooi dat van 1957 tot 1994 internationale toppers aantrok. Namen als Tom Okker, Balázs Taróczy, Anders Järryd en Karel Nováček maakten deel uit van mijn jeugdherinneringen.
Ik zat niet op de tribunes als toeschouwer maar maakte er deel van uit: als lid van de schoonmaakploeg die na iedere speeldag de tribunes weer schoon moest vegen. Daardoor zag ik die grootheden van dichtbij, hoorde hun gesprekken, rook het gravel en voelde de energie van een toernooi waar de hele tenniswereld naar keek. Het gaf me het gevoel even onderdeel te zijn van die super gave sport.
Later verschoof mijn blik naar de televisie. Roland Garros, Wimbledon… ik volgde het allemaal. Mijn grote idool na McEnroe werd Andre Agassi. Geboren in Las Vegas, flamboyant, met die iconische blonde manen en een spelstijl die van het scherm spatte. Zijn verhaal kreeg nog meer glans toen hij trouwde met Steffi Graf, zelf een van de beste tennissters aller tijden.
Toch bleef McEnroe voor mij de ultieme tennislegende. Tegenwoordig nog steeds zichtbaar als presentator, commentator en inspirator. Een icoon die een hele generatie aan het scherm gekluisterd hield.
Als ik toen had kunnen gokken op tennis, waren die wedstrijden nóg spannender geweest. Vandaag de dag kan dat gelukkig wel. Tennis is zelfs een van de populairste sporten om op te wedden. Hier zijn een paar tips om je winkansen te vergroten op gokken op tennis.
Om het concreet te maken: stel dat je in 1980 had kunnen inzetten tijdens die legendarische finale Borg–McEnroe. Na het verliezen van de vierde set leek McEnroe de overhand te hebben, en zijn live odds zouden toen fors zijn gedaald. Wie toen juist Borg nog het vertrouwen gaf met een live bet, had na de vijfde set een prachtige uitbetaling gekregen.
Een ander voorbeeld uit de praktijk: tijdens Roland Garros is het vaak slim om op “meer dan 3,5 sets” te spelen bij mannenwedstrijden, omdat gravel langer spel uitlokt. Op Wimbledon daarentegen eindigen veel matches sneller in straight sets door de snelle grasbanen. Zo zie je hoe odds en strategie per toernooi enorm kunnen verschillen.
Zelf kijk ik tegenwoordig weinig tennis meer. De vurige passie is wat vervaagd, maar de herinneringen blijven. Aan het Melkhuisje, aan de Dutch Open, aan die avonden voor de tv waarop ik met ingehouden adem naar McEnroe of Agassi keek.
Wedden of niet, het is die jeugdige verwondering die ik me met een glimlach blijf herinneren. En misschien, heel misschien, zet ik ooit nog een klein betje op een vijfsetter in Wimbledon. Gewoon om weer dat gevoel van magie terug te halen.